Baby-egels

Egels krijgen één keer per jaar jongen. In het zuiden begint dat al in juni en in het noorden pas in augustus/september.

Mannetjes lopen letterlijk hun pootjes kapot op zoek naar vruchtbare vrouwtjes. Als ze er één gevonden hebben, belagen ze het vrouwtje net zo lang, totdat ze zich overgeeft. Dat heet carrousellen. Hierbij loopt het mannetje uren om het vrouwtje heen en probeert zij het mannetje weg te duwen door te blazen en kopstoten uit te delen. De bevruchting gaat relatief vlug. Het mannetje heeft zijn aandeel geleverd en gaat op zoek naar het volgende vrouwtje. Het vrouwtje is 5 weken drachtig en maakt in die tijd een mooi nest. Een gemiddeld nest bestaat uit 4-5 jongen, maar er zijn nesten van 10 jongen bekend.

De eerste dagen na de geboorte blijft de moederegel onafgebroken bij de jongen. Daarna moet zij weer op jacht naar voedsel. Dit brengt grote risico’s voor haar en het nest mee. Hoe langer zij wegblijft hoe gevaarlijker voor de jongen. Hoe verder zij moet zoeken hoe meer kans op ongelukken voor haarzelf. Bijvoeren is dan ook belangrijk, maar zet het voedsel altijd een goed eind uit de buurt van het nest. Anders trekt het andere dieren aan met gevaar voor de jongen.

Na een paar weken gaan de jongen met moeders mee op stap en leert zij hun voedsel vinden. Na een week of 6 tot 8 verlaat moeders het nest en moet zij heel hard werken om op tijd op gewicht te komen voor de winterslaap. Door de zwangerschap en het zogen van de jongen is zij bijna al haar gewicht kwijtgeraakt.

De jongen zijn nu op zichzelf aangewezen. 75 tot 80% van de jongen overleeft de eerste winter niet. Door gebrek aan voedsel en een droog nest, gevaren als wegen e.d. en doordat ze niet op tijd op gewicht zijn geraakt om in winterslaap te kunnen gaan.

Neem daarom altijd contact op met de dichtstbijzijnde egelopvang of Egelbescherming Nederland (06-188 19 576) als u overdag een egel ziet rondlopen. In het artikel over vliegen en maden kunt u lezen dat elke seconde telt als een dier hulp nodig heeft en de vliegen actief zijn.

Heeft u het geluk dat een moederegel met jongen door uw tuin heen wandelt, geef dan wat nat voer voor katten en wel de kattenbrokjes in wat water. De jonge egels kunnen dit beter verwerken. Zij hebben namelijk een melkgebitje en wisselen net voor hun winterslaap of net erna. Leg er ook altijd droge brokjes bij (bij voorkeur kittenbrokjes = rijk aan voedsel en klein formaat) zodat ze wel leren omgaan met hardere voedselbronnen.

Water mag natuurlijk nooit ontbreken maar let op de grootte en de diepte van de drinkbakken. Jonge egels mogen er niet in kunnen verdrinken en moeten er wel uit kunnen drinken. Vogelbadjes zijn vaak te diep dus zet deze hoger zodat egels er niet bij kunnen.

Zelf net een baby gekregen of gaat u op kraamvisite? Koop dan ons babypakket en steun daarmee de babyegels!